RK Kerk HJ de Doper, Nieuw-Vossemeer

 

Joannes de Doper Parochie.

Tezamen met een groepje katholieken van Sint Philpsland telt ze ongeveer 2000 parochianen.

Kerkdiensten:  Zondag 9.00 uur.  Sinds 1 januari 2018 is Hans de Kort pastor in de gemeente Steenbergen en Nieuw-Vossemeer.

 

 

Geschiedenis

De parochie in Nieuw-Vossemeer bestaat eigenlijk helemaal nog niet zo lang. Pas in 1795 vestigde de allereerste pastoor, Gerardus Mens, zich in ons dorp. Het dorp zelf bestaat natuurlijk al veel langer. Het werd in 1567 gesticht en het vormde bestuurlijk één geheel met Oud-Vossemeer. Nieuw-Vossemeer behoorde in die tijd nog tot de provincie Zeeland. Voor de katholieken in Nieuw-Vossemeer hield dit in dat men het bouwen van een eigen kerk in het dorp wel kon vergeten. Er bestond immers een verbod op de uitoefening van het katholieke geloof en dit verbod werd veel strenger nageleefd in Zeeland dan in Brabant. In Brabant werd de uitoefening van het geloof gedoogd en dus konden de Nieuw-Vossemeerse katholieken kerken in het Brabantse Lepelstraat. Onder invloed van de franse revolutie werd het verbod op uitoefening van het katholieke geloof versoepeld en zo kon Gerardus Mens zijn intrek nemen in het dorp. Gerardus Mens werd 27 juli 1754 te Rhoon geboren als zoon van Lambertus Mens en Maria Conelisdochter Groenendijk. Hij is 20 jaar lang pastoor van Nieuw-Vossemeer geweest. Geradus Mens heeft voor de parochie echt pionierswerk verricht. De opbouw van de parochie is aan hem te danken.


De eerste kerk van Nieuw-Vossemeer was een vertimmerde schuur, 'Kerk' is misschien een beetje te veel gezegd. Geradus Mens vermelde zelf hierover;  "Toen de pastoor den 23 september 1795 hier kwam vond hij hier met een woord volstrekt niets, nog priesterlijke kleedren, nog lijnwaat, nog heilige vaten, nog missaal enz. dus niets, niets".  De schuur werd langzaam maar zeker beetje bij beetje van binnen meer aangekleed en deed dienst tot 1843, waarna een echt kerkgebouw in gebruik werd genomen.


Kerkgebouw Nieuw Vossemeer 1842
De tweede is een zgn. waterstaat-kerk geweest. Het kerkje werd in 1842 ontworpen door een hoofdingenieur van de Waterstaat, namelijk Ing. Etiënne de Kruijff (1790-1860). Hij heeft mogelijk ook de gevonden bouwtekeningen gemaakt van het te bouwen kerkje.
Deze bouwtekeningen en het bestek werden aangetroffen bij de vergaderstukken van het Ministerie van Eredienst. Het bestek voor de bouw van de kerk werd gemaakt door Cornelis van den Bergh die ook tekenwerk en timmerwerk voor de kerk uitvoerde.

Het kerkje was gelegen op de plaats van het huidige kerkplein en was dus verder naar voren aan de Achterstraat gesitueerd. Het onderste deel van de buitenmuur van de kerk doet momenteel nog dienst als muur van de pastorie tuin. De lengte van de de kerk was 25 meter en kwam dus ongeveer tot het punt waar de huidige kerktoren staat. De breedte van het gebouw was 12 meter.
 

 

 

 

 

 

 

Op de plaats waar de oude schuurkerk had gestaan, kwam na verloop van tijd een patronaatsgebouw. Hierin werd zondagschool gegeven voor de Vossemeerse jeugd en werd patronaat gehouden. In de oorlogsjaren 1940 - 1945 deed het gebouw dienst als opvang voor gezinnen. In het jaar 1957 werd het afgebroken en verrees hier de Boerenleenbank. Deze bank die later RABO bank werd is inmiddels omgetoverd tot een woning.



Oude kerkOp 4 maart 1853 werd Nieuw-Vossemeer bij het herstel der bisschoppelijke hiërarchie onder het bisdom Haarlem gebracht.  Deze situatie heeft niet lang gestaan want nog in het zelfde jaar werd Nieuw Vossemeer ondergebracht bij het bisdom Breda. Dit werd op 18 december 1853 bij pauselijk decreet bevestigd.

Met het herstel van de hiërarchie brak een tijd aan van emancipatie van het achtergestelde katholieke volksdeel. Het triomfalisme vierde hoogtij. Overal in het land werden in de tweede helft van de 19e eeuw kolossale katholieke kerkgebouwen neergezet. Beroemd zijn de vele neogothische kerken ontworpen door de bekende architect P.J.H. Cuypers. Nieuw-Vossemeer kon en wilde niet achterblijven, daarnaast was het in 1942 gebouwde waterstaatskerkje in verval geraakt maar bovendien ook te klein geworden.

In de vergadering van het kerkbestuur van 14 augustus 1868 kwam het plan tot de bouw van een nieuwe kerk ter sprake, waarbij een missive van de bisschop van Breda werd voorgelezen, die een goedkeuring inhield van de voorgenomen plannen. Tekeningen en ontwerpen voor de kerk waren reeds gemaakt.

11 januari 1870 besloot met tot aanbesteding van de bouw over te gaan.  Van de 8 aannemers was A. Ulders te Raamsdonk de laagste met een som van 48.600, - gulden.  Toch werd toen besloten om de bouw niet door te laten gaan. Twee jaar later, op 14 maart 1872, wed opnieuw besloten tot aanbesteding over te gaan.  De bouw werd nu definitief ter hand genomen. Architect was C.P. van Genk die voor Nieuw-Vossemeer een fraaie neo-gotische kerk had ontworpen. Hij was familie van de toenmalige bisschop van Breda, Johannes van Genk. In 1973 kon met de bouw worden begonnen door de firma Hoppenbrouwers die goed bevriend was met de architect.  Op 29 augustus 1876 was de kerk gereed en werd zij door monseigneur Henricus van Beek plechtig geconsacreerd, het was een groots opgezette plechtigheid. De net voltooide kerk moet werkelijk prachtig zijn geweest. Een blauw plafond met gouden sterren, de wanden waren betegeld en de pilaren en kapitelen geschilderd. Het moet allemaal zeer kleurrijk zijn geweest. De foto links is weliswaar van slechte kwaliteit, maar toch geeft de foto een indruk van het interieur van de kerk. Duidelijk zichtbaar is de kap van de preekstoel in neogotische stijl. De pilaren en het plafond zijn mooi afgewerkt en daar waar nu het altaar staat stond in die tijd een mariabeeld.


oudIn 1923 vond een grondige restauratie en vergroting van het kerkgebouw plaats volgens het ontwerp daartoe gemaakt door architect J. van Groenendaal. Dit werk werd uitgevoerd door aannemer Smits uit Nieuw-Vossemeer die volgens de pastoor nogal hardhandig met het hoogaltaar was omgesprongen. De kerk werd ook van nieuwe goten voorzien.

 Het priesterkoor werd naar achteren geplaatst en links en rechts van het altaar werden stukken aan de kerk gebouwd waar zitplaatsen gemaakt werden. Bij deze verbouwing ontstonden ook de ruimten die nu dienen als sacristie en dagkapel. Begin maart 1924 was deze restauratie en verbouwing klaar.

 

Het geloof maakte in deze tijd deel uit van het dagelijks leven van vrijwel alle mensen in Nieuw-Vossemeer. In het boekje dat verscheen bij het 100-jarig bestaan van de kerk typeert Pastoor Van Disseldorp deze tijd erg mooi: “Een tijd van geweldige bezieling, sterk gericht op de hemel, zich lavend aan gebed, devoties en sacramenten.” 

 

 

 

 


watersnoodIn 1953 werd Nieuw-Vossemeer ontzettend zwaar getroffen door de watersnoodramp. Ook de kerk ontsnapt bepaald niet. Het zoute water liet een flinke laag modder achter en beschadigde het interieur van de kerk. Herstelwerkzaamheden waren noodzakelijk, maar daar bleef het niet bij. In 1954 ging pastoor Goosen (pastoor vanaf 1920) met emeritaat en hij werd opgevolgd door pastoor Cammaert. Hij vestigde zich in het huis op de hoek van de Schoolstraat, Kloosterstraat. In 1957 overleed pastoor Goosen.

Pastoor Cammaert had hele andere opvattingen over hoe het interieur van een kerk er behoort uit te zien. Hij gaf dan ook de opdracht voor de ingrijpende wijzigingen van het interieur die nog steeds zichtbaar zijn in de kerk. De kerkbanken moesten worden vervangen en door de breedte van de nieuwe banken verdween het middenpad. Beelden, betaald door voorvaderen van parochianen, verdwenen niet naar een zolderkamer maar werden gedumpt in de ‘put van Van Gaans’. Het blauwe plafond met de gouden sterren verdween achter een paar lagen kalk. De pilaren werden niet meer geschilderd en de preekstoel verloor zijn Neogotisch uiterlijk. Door deze maatregelen werd de kerk in Nieuw-Vossemeer een van de eerste die getroffen werd door de zogenaamde ‘Tweede Beeldenstorm’. Hierbij behoorde ook het slopen van de communiebanken en het hoogaltaar. Vier beelden, vroeger deel uit makend van het hoogaltaar hangen nu onder de gebrandschilderde ramen voor in de kerk, naast het grote kruis.


Pastoor Cammaert ging in 1970 met emeritaat, waarna hij vertrok naar een bejaardencentrum in Aardenburg. De nieuwe pastoor, pastoor Van Disseldorp, herdacht in 1973 op plechtige wijze het 100-jarig bestaan van de kerk. Een jaar na het jubileum overleed pastoor Van Disseldorp en werd Pater B. van Schaik de nieuwe pastoor. Pater Van Schaik is in juli 2005 met emeritaat gegaan, maar hij is nog steeds woonachtig in de pastorie naast de kerk. De nieuwe pastoor Van Geel is niet alleen verantwoordelijk voor de parochie in Nieuw-Vossemeer maar voor de gehele regio Steenbergen.  De heer van Geel is in 2018 opgevolgd door Pastoor de Kort, Gelukkig kan hij zich verzekerd weten van de diensten van Pater Van Schaik.


Met dank aan de Heemkunde kring Nieuw-Vossemeer alsook aan de heer A.M. Bosters welke in 1995 een boek uitbracht "Parochie Nieuw-Vossemeer 200 jaar" uitgegeven door het Kerkbestuur van de parochie H. Joannes de Doper te Nieuw-Vossemeer.

 

Op de site van de overkoepelende Sint Annaparochie tref je meer info: https://sintannaparochie.com/h-joannes-de-doper/